Wat ik zoek

Steeds meer besef ik dat wat ik zoek inderdaad niet onder de noemer bdsm valt. Ik zoek geen pijn, ik zoek geen seksuele dominantie of onderdanige dienstbaarheid op enig vlak.

Ik zoek liefde, diepe zinderende liefde en een relatie waarbij de verhoudingen duidelijk zijn. Hoe men zo’n relatie ook noemt, geen enkele term – TPE, D/s, 24/7 of geef het beestje een andere naam – doet recht aan wat ik zoek. Het heeft niets met machtsoverdracht te maken, zelfs niets met dominantie.

Het is gewoon zoals het is, een samensmelten van zielen, een verbond dat niet gehinderd wordt door machtsspelletjes tussen partners, een structurele monogamie die niet zomaar door een quickie divorce ten einde kan komen.

Samen in voor- en tegenspoed, niet hij eerst en dan ik, nee samen waarbij hij het vetorecht heeft en waarbij we samen sterk staan. Een echt en hecht partnerschap. Voor minder doe ik het niet.

Waar ik geen behoefte aan heb is aan een (her)opvoeder, een ouder, een controlfreak die zijn onzekerheid maskert door zich dominant te noemen. Ik heb geen plaats in mijn hart voor een man die meent mij eerst te moeten afbreken. Hoezo? Ik ben goed zoals ik ben. Ik functioneer prima on my own.

Als ik al iemand nodig heb dan is het een man die er is zoals hij is. Zonder titels, zonder kostuumpje, iemand die zonder plichtplegingen, zonder eindeloze onderhandelingen tot op microniveau, zonder stemverheffing overwicht heeft.

Er moet iemand zijn die mij helpt te groeien en mij dingen leert zonder zich leraar te noemen of Meester, zonder zich op te dringen welhaast. Iemand die heel simpel zegt: “doe gewoon wat ik je zeg....” Iemand die ik vertrouw met elke vezel in mijn lijf.

Vertrouwen is er of het is er niet. Ik geloof niet dat je vertrouwen kunt opbouwen. Je kunt het slechts verliezen door ervaringen, door teleurstellingen of erger door verraad. Ik geloof in een bijna naïeve vorm van vertrouwen en vertrouwdheid. Ik geloof in vertrouwdheid zonder woorden, zonder rationale.

Een hand op je schouder, een stem in je oor die zegt: “doe het maar.” En dan doe je het en krijgt geen spijt omdat het vertrouwen in oprechtheid geschonken en ontvangen is. Je kunt er geen spijt van krijgen omdat de situatie door beiden gedragen wordt: door hem die de weg aanwijst en door haar die hem volgt. “Doe het maar”, en ze sluit haar ogen en springt.

Ik, die vele beren op de weg zie, rationaliseert en analyseert en al heel snel duizend redenen en meer kan bedenken om niet te springen, heb dat nodig. Ik heb het nodig te weten dat je er zult zijn en me in liefdevol vertrouwen zult zeggen: “doe het maar. ” “Wat ik schrijf moet je gewoon doen.” “Doe gewoon wat ik je zeg.” Zo eenvoudig kan het zijn. Heel simpel, maar niet makkelijk te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten