Ben al in tijden niet gekust. Veel te lang zonder seks. Doornroosje die opnieuw aan het bevriezen is. Geen man in mijn leven. Ik niet in het zijne. Hoe vind je iemand? Hoe vind ik iemand? Waarom is wat ik wil zo “neurotisch” of “veeleisend” of “dwingend” en zelfs in sm-land “politiek incorrect?”
Vandaag, mooie zoete aardbeien gekocht en avocado’s. Guacomole gemaakt. Met mijn vinger door het bakje. Slikken. Pittige zachte groene avocado. Zoete sappige rode aardbei. Extra lik Nutella om het spannend te maken. Alsof dat nodig is… Romige chocolade pasta, makkelijk smeerbaar. In mijn meer cynische bui zou ik het afgezaagd noemen maar zo denk ik nu niet.
Dromen… Samen ontwaken. Een ontbijtje maken. Vlug naar de warme bakker aan de overkant voor een vers croissantje terwijl de koffie pruttelt. Chocolade croissantjes en verse jus geserveerd op bed. Een tedere kus.
“Jij bent toch niet op zoek naar huisje-boompje-beestje”, half stellend, half vragend wordt me dit gezegd. Hij dit het zegt concludeert dit voor mij omdat hij er zelf niet naar op zoek is en het wel leuk zou vinden dat niet-huisje-boompje-beestje met mij te beleven. Hij denkt dat ik zal beamen anders te willen leven dan wat hij HBB noemt. En ik wil best anders, maar niet met hem.
Een ander vindt mij “te uithuizig en ambitieus.” Hij zegt dat het erop lijkt alsof ik niet het huiselijke wens waar hij naar op zoek is. Ik antwoord dat ik huisje-boompje-beestje-met-een-twist wil. Dat je dan ook nog ambitieus kunt zijn en soms, veel minder vaak dan hij denkt of weet, uithuizig lijkt mij logisch. Hem niet. Zucht.
Is het nu zo moeilijk, dat wat ik zoek? Ik weet het heel goed en als het herkend wordt, toen het herkend werd, is, was het ook voor de ander heel duidelijk. Ik wil juist huisje-boompje-beestje. Ik wil ontbijtjes op bed en samen koken met een wijntje op het aanrecht. Ik wil die arm om mijn schouders en een kus als je naar je werk gaat of ik. Ik wil dat je me bewondert zoals ik jou. Ik wil kibbelen en zwijgen, lachen en praten. Ontbijtjes eten.
Ik wil gewoon iemand bij me hebben. Maar ik wil het “met een twist.” Dat ontbijtje, geserveerd door jou, maakt het al spannend want vaak ben ik degene die jou serveert. Die wijn op het aanrecht, zit die wel in twee glazen, of is dat glas voor jou en het kommetje voor mij? En die kus? Is dat zo vanzelfsprekend of moet ik die eerst verdiend hebben? Simpele dingen die niet zo simpel zijn als ze lijken. Things are not what they seem.
Huisje-boompje-beestje is dus wat ik wil maar ik wil het niet met iedereen. Ik kan het niet met iedereen en niet, lang niet iedereen zal het met mij kunnen of willen. De vraag is daarnaast of je wel meteen met huisje-boompje-beestje moet beginnen. Soms denk ik van wel, soms denk ik dat een latrelatie ook goed is. Misschien is het met de een beter apart te blijven wonen en met de ander fijner samen het huis te delen.
Het huis delen… Dat idee is ook spannend. Een huis delen, boven woon ik en beneden jij. Zoals vroeger in herenhuizen de diverse gebruikers of bewoners speciale ruimtes hadden waar ze wel of niet vertoefden, of mochten zijn. Upstairs, downstairs. Dromen…
Vraag is of ik dat wat ik droom, zo af en toe en vaker wel, echt zou willen. Al jaren woon ik alleen en naar genoegen. Doen waar ikzelf zin in heb, wanneer ik zin heb, niets hoeven, niets moeten, vrij als een vogel in de lucht, geen zorgen, geen verplichtingen, geen kinderen, dieren of man.
Zou ik mijn vrije bestaan willen en kunnen inruilen voor huisje-boompje-beestje? Ik denk het niet, tenzij er is wat er zou moeten zijn. Dat begint met alles waar het mee zal beginnen maar niet met veronderstellingen over mijn huisje-boompje-beestje-wensen.
Het begint met begrip voor wie ik ben en wat ik zoek. En, echt, het is niet zo moeilijk. Ik wil gewoon huisje-boompje-beestje, heel saai en heel degelijk en met een twist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten