Mannen en goden

Ik raak er steeds meer van overtuigd dat het internet geen medium is een relatie te starten. In één week mailen moet de koers van de rest van je leven duidelijk worden. Is er het minste spoortje van twijfel dan trekken we de stekker uit het contact: zonde van de energie en de RSI die we aan het typen overhouden. Hoe kun je iemand leren kennen in één week? Hoe kun je, op basis van een eendimensionaal amateurkiekje, bepalen of er vonken zullen vliegen?

Ik heb het slechts één keer meegemaakt dat mijn hart stilstond toen ik een foto zag. De tweede foto kon ik niet eens bekijken zo charismatisch en indrukwekkend was deze man in mijn ogen. Hij en ik zijn samengekomen. Misschien omdat hij rijper was dan de gemiddelde respondent op mijn advertenties. Misschien omdat hij in het buitenland woonde, een wereldburger zoals ik. Misschien omdat ik vreselijk tegen hem opzag en dat uitstraalde, respect had – eindelijk respect voor iemand die het afdwong zonder er iets voor te hoeven doen.

Ik ben mijn hele volwassen leven alleen geweest en heb dat nooit vervelend gevonden. Ik heb dingen gedaan, kunnen doen, die niet hadden gekund als ik een man of kind had gehad. Ik ben gaan studeren, vrij laat en liet daarvoor mijn carrière schieten. Ik ging naar het buitenland zonder zekerheid van een baan of huis. Ik heb er een eigen bedrijf opgezet en gerund. Wie doet me dat na? Meisje alleen in een wereldstad zonder Man en dat moet het hoofd buigen voor een jongen, maar alleen als die op mijn foto valt?

Je moet van goede huizen komen wil ik je mij laten domineren, wil jij mij kunnen domineren. Dat ik je type niet ben, mag. Maar type heeft niets met dominantie of de kansen van slagen daarop te maken. Ikzelf heb geen type, ik val niet op maar voor een man. Voor wat hij met mij doet. Voor wat ik met hem doe. Voor alle mogelijkheden die wij beiden weten dat er zijn. Die er liggen onuitgesproken bijna. Alle mannen die zo hard roepen dat ze zo verschrikkelijk en meestal ‘natuurlijk’ dominant zijn, zijn het dus niet. Het is jammer maar waar.

De ‘hoofdprijs’ noemde ik me ooit in een zoektekst. Zo ver van de waarheid, zo ironisch en zo waar. Een hele lieve, wijze Mevrouw zegt dat de Goden komen nadat alle halfgoden vertrokken zijn. Misschien is het tijd te zoeken naar een God en niet meer naar een halfgod. Misschien ligt mijn lat nog steeds te laag. Dat ik je type niet ben is niet erg, maar zeg me niet als troost dat ik “waarschijnlijk” zo’n fantastisch mens ben. Dat wist ik al! En hoezo “waarschijnlijk”?

Er is niets mis met mijn zelfbeeld, ik ben realist en soms onderdanig als de juiste God mijn pad kruist. Het internet is het speelterrein van mannen en mannen zijn geen Goden. Helaas. Ik ben de hoofdprijs en de hoofdprijs valt slechts één enkele keer voor één enkele Man. Als die mij herkent en erkent dan weet hij dat ik niet langer de hoofdprijs ben. Dat is teveel eer. Teveel en te weinig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten