“Jij”, zei mijn beste vriendin, “jij bent toch niet onderdanig?” “Als jij onderdanig bent, dan ben ik het ook” vervolgde ze. Ze keek me aan, niet gechoqueerd of gekwetst maar meer verontwaardigd, overtuigd van haar gelijk. Ik ken haar al jaren. Zij is dan wel tien jaar ouder dan ik – nou negen hebben we vorig jaar ontdekt – maar met haar zwarte korte rokjes, mooie kousen en hoge pumps, goed verzorgd zou ze zo als slavin door het leven kunnen gaan.
En ik, die graag een broek draag en een trui, en de make-up al jaren en jaren geleden overboord heb gezet en die mijzelf pas sinds kort echt vrouw voel, en die het ook prettig vind zo af en toe maar niet standaard in korte rokken te lopen en altijd al van mooie schoenen hield, kijk haar aan en glimlach.
“Oh, hij vraagt wat je aan hebt? Dat doet mijn vriend ook altijd. Die vindt ook dat ik mooie lingerie moet dragen en zwarte nylons. Hij zegt me vaak: ‘doe je dat rokje aan want dat vind ik leuk’.” Ik kijk haar aan en lach en zeg niet dat als ik niet doe wat hij me opdraagt ik gestraft word. Want wat heeft dat nu voor zin?
“Maar Meer”, zo vervolgt mijn vriendin haar betoog om haar gelijk bevestigd te zien, “jij bent toch niet zo. Zo ken ik je niet.” Nee, zo ken je me niet en je kent me redelijk goed, beter dan velen. Maar moet ik je nu de details gaan vertellen over mijn onderdanigheid? Over hoe dat er in de praktijk uit zou zien, zo ik dat al zou weten?
“Jij bent duidelijk geen gepassioneerde slavin”, zegt hij die opeens en zonder verdere verklaring te kennen geeft niet langer in mij geïnteresseerd te zijn. “Sla een andere weg in”, want hij heeft bedacht dat ik “niet in de goede hoek zoek.” Ik lach om niet te huilen. Waarom zou ik huilen? Dat heeft toch geen enkele zin?
“Ben je echt niet dominant”, vraagt de jonge man met wie ik een biertje drink. “Weet je zeker dat je dat niet bent. Jij zou mij wel kunnen domineren.” Ik schud mijn hoofd. Dat ik dat best zou kunnen heb ik hem maar niet verteld. Laat ik hem geen illusies gunnen over mij. Dat heeft namelijk geen enkele zin.
“Je bent niet onderdanig genoeg” mailt een dominant. “Je toont niet genoeg respect” moppert de Man wiens sm volgens velen geen sm zou mogen heten. “Je foto komt niet overeen met je teksten” vindt een volgende. “Jij bent niet mijn type”, schrijft een ander die mij nog nooit heeft gezien of gesproken, “maar eenmalige harde seks wil ik wel met je bedrijven.” Zucht. Onzin!
“Ja”, zegt een vrouw bij het verlaten van mijn huis, “als ze ons zo hoorden praten zouden ze niet beseffen dat wij onderdanig zijn.” Zo is het voor velen van ons, sterke vrouwen die een sterkere Man zoeken. Die Mannen zijn slechts met een zoeklichtje te vinden. Ondertussen moeten wij ons verweren ten opzichte van liefhebbende vrienden, hopelijk goedbedoelende vreemdelingen, zoekende sub-mannen en anderen die menen ook een mening te moeten hebben.
Het beeld van een onderdanige vrouw is zowel binnen als buiten de bdsm-wereld nog steeds dat van een hulpeloos vogeltje dat haar zingeving haalt uit het grenzeloos dienen en bedienen van haar Meester. Dat dat doet door stereotype handelingen en in de dracht der slavinnen: hoge hakken, kousen, korte rokken en doorschijnende strakke tops met ladingen make-up op het gezicht nat van tranen.
Ook al schrijf ik met zoveel woorden en in hoofdletters dat ik GEEN lustslavin en GEEN pijnslet ben, mensen schijnen niet voorbij de clichés van slavernij te kunnen en willen denken. Tja, en ik pas duidelijk niet in het plaatje van het cliché. Ik leef alleen omdat mijn wezen slechts door weinigen begrepen wordt, sterk omdat er niemand is die sterker is en in toenemende mate berustend in het besef dat het altijd wel zo zal blijven.
“Sla een andere weg in!” Je hebt er duidelijk niets van begrepen. Dit is mijn weg. Ik heb hem jaren niet gevolgd, genegeerd, links laten liggen. Maar de weg is breed en niet iedereen loopt in hetzelfde spoor. Wij zijn allemaal anders. Ik ben wie ik ben. Wie ben jij om mij te zeggen dat ik er niet bij hoor? Hoe durf je! Dat te zeggen heeft namelijk geen enkele zin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten