Nooit droomde ik als meisje over baby’s
krijgen en een gezinnetje stichten. Vader en moedertje speelde ik niet. Ja, ik
had wel poppen maar die waren er niet om over te moederen. Mijn poppen en de
grote beer zaten op een rij, zwijgende figuranten in mijn meisjesfantasie over
alles wat ik nu als sm beschouw.
Met het verstrijken der jaren, groeide mijn
‘soap’ zoals ik het liefdevol noemde, met mij mee. Het was een veilige plek om
een scala aan ervaringen, emoties en andere prikkels op te wekken en te
doorleven. Pijn, angst, eenzaamheid, woede, berusting, trouw, verraad, liefde,
seks, de dood – alles kwam voorbij en werd intens beleefd.
Geen groter, rijker, geiler, meeslepender
drama ben ik ooit tegenkomen, op sommige stukken van Shakespeare of de Grieken
na. Geen ervaring kon of kan er aan tippen. Mijn soap heeft mijn beeld van
slavernij bepaald. Het heeft me gemaakt tot wie ik ben.
Ik ben een slavin. Mijn visie op slavernij is
hard, rauwer dan die van velen die aan bdsm doen (1); liefde in slavernij is
grenzeloos. Dat maakt dat ik voorzichtig ben, zeer voorzichtig zelfs, in het
aangaan van sm-contacten. Het is nogal wat wat ik van een dominant verlang en
ik verlang net zoveel van mezelf als onderdanige.
Het is eng, doodeng want ik weet dat als ik
eenmaal in slavernij zal leven er geen grenzen zullen bestaan. Er zal maar één
wet zal gelden: die van onvoorwaardelijke en onuitputtelijke liefde. Zover is
het nog niet. Vooralsnog heb ik me verschanst achter een dikke beschermende
muur waar niemand me kan vinden en niemand me kan raken.
Ik leef mijn leventje en alles is okay of
minder okay, goed of beter. Bdsm is iets om over te mopperen, me over op te
winden, hoofdschuddend naar te kijken. En slavernij is vooral ver, ver weg van
mij. Het staat buiten mijn realiteit. Maanden gaan voorbij dat ik er helemaal
niet aan denk.
Ik werk hard, eet goed, slaap slecht, huil te
vaak, vlieg en ren, ben chagrijniger dan nodig. Het is alsof er niets aan de
hand is. Dat is niet waar dat weet ik zodra ik per ongeluk even stilsta. Ik ben
onrustig en mis iets maar heb geen idee wat dat is.
Dan op een dag gooi ik de Itjing. Ik vraag hoe
ik rustiger, gelukkiger kan worden met minder pieken en dalen, meer ontspannen
ook. En de Itjing antwoordt: “voor geboren slaven is slavernij de hoogste
vervulling en dus bevrijding (2).” Terwijl ik het lees moet ik glimlachen, en het
wordt stil in me. Eventjes rust.
Ik vind tijdelijk rust in het weten dat
slavernij de hoogste vervulling is van mijn leven. Het is zoals het is. Ik ben
slavin. Slechts in slavernij zal ik rust vinden, rust en bevrijding.
(1) Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat
“mijn sm” beter of hoger of mooier is.
(2) Möller, Monique. I Tjing: Het Boek der
Onveranderlijke Werkelijkheid. Wassenaar: Mirananda Uitgevers, 2e druk 1985.
Hexagram 44.5c, blz. 181.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten